woensdag 20 mei 2009

Pakistan: gevecht met eigen identiteit

In 1950, net drie jaar na de stichting van Pakistan, een archeologische boek verscheen met de titel ‘vijf duizend jaren van Pakistan’. Het boek ging over de archeologische erfgoed van de civilisatie, meestal Budhistisch, langs de oever van rivier Sindh die midden van de hele land stroomt, en ook regio India haar naam gaf. Echter bleek de moderne natiestaat Pakistan afstand te nemen van lokale culturele vormen die dat historische erfgoed hen mee had gedeeld. Zo vertellen de recente geschiedenis boeken van Pakistaanse scholen over het ontstaan van dit jonge natiestaat: Pakistan was ontstaan op die dag toen eerst Moslim in India binnentrad en toen eerste hindoe tot Islam bekeerde. Een zoektocht naar een translokale identiteit creëert een ambiguïteit dat verklaart aan ene kant een streef naar een moderne Moslim terwijl, aan de andere kant, steun aan Taliban geeft.

Begin maart 2009 kwamen weer beelden vanuit Pakistan over een terreur aanslag waarbij de spelersbus van Sri Lankas cricketploeg was aangevallen door een al-Qaida-achtig aanval in Pakistaanse culturele stad Lahore. De incident kreeg een wereldwijd media aandacht, en Pakistan werd gezien als een land die haar macht op de terroristen dreig verder te verloren. Een dag daarna kreeg een andere gebeurtenis --- een bomaanslag op de grafmonument van Rahman Baba—zeventiende eeuw Pashtoun dichter en heilig, vlakbij stadje Peshawar, minder aandacht van de media. De bom ontploffing volgde een waarschuwing van de lokale Taliban die tegen heilige eerbiedingen rondom de tombe waren. Dit betekent dat jihadistische strijders een strijd hadden verspreid naar de historische en culturele erfgoed van Pakistan, en wat dat betreft is dit te vergelijken met de bomaanslag op de Boeddhistische monumenten in Afghanistan door de Taliban regime.

Rahman Baba behoort tot een van de soefi gestelijken waarvan Pakistan veel rijker is. Het waren de Soefis uit centraal Azië en Iran, soms meereisden met de hordes van later stichter van verschillende moslim dynastieën in Delhi, die de islam tot de inheemse Indiase bevolking brachten. Zo ontstonden verschillende lokale soefi ordes in India waarvan de aanhang niet alleen tot islamieten beleefde. Het bestaan van die heiligen met syncretisch karakter onderscheid de Islam in Zuid Azië, India, Pakistan en Bangladesh, met die van de Midden Oosten. Onder de nieuwe natiestaat Pakistan omarmde de gedachtegoed van die soefi in creëren van nationale identiteit maar daarnaast werd ook gezocht naar een Moslim identiteit, een ‘hoog Islam’, die boven de grenzen van de natie staat gaat. Een tweespalt tussen die uitlopende wensen bleek een chronische probleem voor de nieuwe natiestaat.

Geschiedenis als instrument van natievorming
De geschiedenis boeken van de begin decennia van Pakistan gingen uitgebreid over de Centraal Aziatische routes van de Moslim, en de heiligen, als bronnen van de Moslim identiteit van Pakistan. Als deel van dit nationalisatie proces van heiligen bracht regeringen structurele veranderingen rondom de heilige plekken van die geestelijken. Dus de staat gaf, waar mogelijk, een officieel status aan de viering op de tombe, deels ook om die onder haar toezicht te brengen. Dus verschillende voorzieningen worden gecreëerd voor de bezoekers van de die tombe. Daarnaast werd een hervormde vorm van soefisme ingevoerd binnen de meer syncretische praktijken rondom die plekken. Dus de poging was om een lokale religieuze vormen te rijmen met de symbolische ummah, Moslim gemeenschap, gericht Moslim identiteit van een modern Pakistan.

In deze periode zie je verder dat de geschiedschrijving ook de periode voor het komst van de Moslims in India behandelde. Die boeken gingen over wat de ‘Indische Rivier civilisatie’, zoals staat in boven genoemd boek, was en hoe die civilisaties haar invloed uitoefende op de culturele en leefomstandigheden van de mensen van de nu. In die zin die invalshoek van geschiedenis stond in verleng stuk van de breder geschieden van India. Maar geschiedschrijving op basis van die bronnen zal later zich beperken tot meer seculiere segmenten in Pakistan. Een voorbeeld van dit poging was een controversieel boek van Aitizaz Ahsan, een van de voornaamste leider van de recente projuristen beweging in Pakistan, the Indus Saga. Daarin hij beweerde dat de mensen rondom de Sindh of Indus rivier, dus die van pakweg huidige Pakistan, altijd een aparte culturele patroon gekend hadden die altijd los de definiëren was van de rest van India. Echter zijn stelling staat haaks niet alleen op de recente geschiedenis van India maar het verklaart onvoldoende over het ontstaan van twee vleugels van natiestaat Pakistan: West- en Oost Pakistan (thans Bangladesh).

Islamisering van bovenaf
De Islam werd gezien werd als verbindingsmiddel tussen de twee vleugels van de natiestaat Pakistan tijdens haar onafhankelijkheid. De eerste decennia van zelfstandig natie zet dan ook een cultuur offensief tegen de Oost Pakistan. De Urdu taal en ‘Islamitische cultuur’ waren opgelegd aan een meer homogeen bevolking van Bengal die trots was op hen taal gericht culturele waarden. De pogingen van de west Pakistan om oost Pakistan met macht onder haar duim te houden mislukten, en de oost Pakistan scheidde zich van de rest van Pakistan wat ook leidt to mislukking van ‘twee natie idee’—idee dat Moslim een aparte natie vormen op basis van hen religie. Dit weerhoud de politiek elite van Pakistan echter niet van verder Islamisering van de staat.

Het proces van islamisering die onder Bhutto, en met meer bezieling onder Zia, begon kreeg nog andere gronden die de culturele drift naar Midden Oosten versterkten. De olie economieën van midden oosten trokken arbeidskrachten aan die daar verder in aanraking kwam met salafi islam. De terugkerende migranten vervangen de ‘Hindoe-Islam’ van hen voorouders met die van hervormde salafi Islam. Die proces manifesteerde verder zich in het ontstaan van nieuw moskeeën en madrasa in de steden en dorpen van Pakistan. Daarboven kwamen toenemende investeringen van de Golf staten in economie, onderwijs en andere liefdadigheidsinstellingen. Dit resulteerde in het ontstaan van een ‘schijn cultuur van Islam’ waarin de rituelen en uiterlijk vormen van Islam een bovenhand kregen over de geestelijk zuivering van de binnen kant zoals de traditionele Sufi cultuur dat voorschreef.

Als deel van de proces van Islamisering vond er falsifiëring van geschiedenis. Geschiedenis syllabus voor scholen en universiteiten werden hergeschreven. Daarin zie je dat historische link met de culturen voor de opkomst van Islam was afgebroken. Nu begint de geschiedenis van Pakistan met het binnentreden van de eerst moslims in India—en die kwamen vanuit Arabische schiereiland. Daarboven kwam een verplicht stelling van een syllabus van Islamitische studies voor alle scholen en universiteiten. Het gevolg was het ontstaan van een moslim identiteit sui generis die de lot van moslims elders in de wereld als haar eigen lot ziet zonder enige vorm van zelfreflectie. Zo zie je een ontkenning van mensen in Pakistan over betrokken zijn van Taliban bij de zelfmoord aanslagen in Pakistan.

Nationale belang
De internationale ontwikkelingen langs de oost en de west grenzen van Pakistan zorgen ervoor dat de veiligheid instituten in Pakistan altijd erin slaagden om nationale belangen te definiëren in hen voordeel. Vanaf haar geboorte raakte Pakistan verwikkelde in een oorlog met India over de regio Kashmir. De bloedige ontstaan geschiedenis van de twee buurlanden manifesteert zich in herdefiniëren van de kwestie Kashmir als nationale belang binnen de veiligheidsapparaat van de twee landen. In Pakistan de leger slaagde stelselmatig erin onder de mom van nationale belang de politiek macht aan te grijpen. Als gevolg van die interventies heeft de leger een grote investering gedaan in economie, industrie en veiligheid en op die manier kon altijd de publieke opinie in haar voordeel kon manipuleren.

Dit alles leidt echter tot een verschuiving hoe men de nationale belang definieert. Waar eerder de nationale belang in Pakistan werd geformuleerd ten opzicht van India, de jihad of oorlog in Afghanistan tegen Russen en de naweeën ervan brachten er een verandering in. Dit oorlog leverde een poel van ‘internationale jihadisten’ op in de handen van Pakistaanse leger die zij later gebruikte tegen India over de kwestie Kashmir. Op die manier werd de kwestie geïslamiseerd. Maar die jihadisten hadden ook eigen agenda die in de vorm van Al-Qaeda naar voren kwam. Die internationale agenda vond haar ideologische steun onder Islamitische getint publiek intellectuelen in Pakistan die bijna missionaris positie zagen voor de staat: Pakistanen een missie hebben voor de belang van andere moslim te vechten.

Dit soort ideologie en zelfbeeld staat ver af van het beeld van een moderne natiestaat voor de Indiase moslim die de stichters van Pakistan voor hen oog hadden.

woensdag 18 maart 2009

Restoring Judges in Pakistan

It is after sometime that there is a good news from Pakistan this week. The movement for the restoration for the judges has succeeded, leading to joy and triumphal sphere in the streets of Pakistan. But the question is would such a win be enough in itself for the judicial freedom in Pakistan?

It was on 9th of March 2007 that the last military dictator in Pakistan Musharraf sent the sitting Chief Justice of Pakistan to home on the charges of corruption. In fact an independent minded Chief Justice had taken certain decisions that went against the wishes of General and his regime. The general was scary that the sitting Chief Justice might create hurdles in his way of extending his period of rule for next five years following elections planned at the end of 2007.

The dismissal of the Chief Justice led to a nationwide movement for independence of judiciary and constitutional rule under the leadership of lawyers forums through out the country. Later different civil society groups and, reluctantly, political parties also joined the movement. The Supreme Court restored the Chief Justice on 20the July 2007, however the tensions between the presidency and judiciary continued, until Musharraf declared emergency on Nov 3, 2007 and sending all defiant judges back home and installing a Supreme Court of his liking. This again caused a nationwide protest and demonstrations from all segments of Pakistani society. In the meantime Musharraf elected himself president for the next five years through the existing Parliament--- an act that was never accepted by the judiciary, civil society and other opposition groups.

In the meantime he promised to hold elections in January 2008, although people were reluctant about the fairness of the election procedures. During the election campaign, under the threat of militants and ‘the war against terrorism’ at the areas bordering Afghanistan/Pakistan, a sadist event in the recent history of Pakistan occurred. A popular leader madam Bhutto was murdered during her election campaign in Rawalpindi. It put black clouds on actual events of elections, however it were held in February 2008. The election results saw a winning for the Bhutto’s PPP, while another major party PML(N) of Sharif also got a major chunk of votes mostly in Punjab, thanks to pro-judiciary standing of Sharif.

The two major parties, PPP, under Zardari, and PML(N) initially joined hands together, under national reconciliation, to form coalition government at federal level. A prominent point in the accord was restoration of the defiant judges deposed by the Musharraf regime. The early enthusiasm between the coalition partners seems to evaporate as the PPP-head Zardari turned reluctant to restoration of judiciary. The later feared that it may led to reopening of corruption cases against him and other stalwarts of his party. In August 2008 the two parties again decided to fulfill the promise but before that they jointly compelled Musharraf to resign from his post. When the PPP government again turned reluctant in fulfilling this promise, the Sharif decided to come out of the coalition government. In the meantime the lawyers and civil society protest continued for the restoration of judiciary, which now got also an obvious support of PML(N).

The pro-judiciary movement decided for a Long March, ending in dharna, a sit-in, in the month of March on the eve of two years of the movement. This time different political parties and other social groups joined the movement. The Long March started on 12th of March and it should have led to dharna in Islamabad on the 16th of March. The Long March from Lahore on the 15th turned into a pitch battle between the protestors and the Police; the Police even was reluctant to charge the protestors considering their cause. When the March left Lahore it continued turning into a big mass protest in which people from all walks of life participated. Considering the nature of the March the ruling party, along with military blessings, decided to fulfill this demand of the people, and restored the deposed judges.

The restoration of deposed judges called a definite end to the Musharraf era political maneuvers, however it is still a beginning to a long journey to the independence of judiciary in Pakistan. Interestingly the restoration of judiciary occurred in the same week when in one Northern area, Swat, where, under Taliban threat, the civil judiciary was replaced with the sharia-based Adal system. How the later will work, the jury is still out on that, however it present a challenge to the judicial system for which the rest of Pakistan was protesting. In a country that already lives under economic crisis and rising Taliban militancy the success of pro-independent judiciary movement is a hope in shrouded circumstances.

zondag 4 januari 2009

Pro Palestina protest in Amsterdam

Gisteren was een demonstratie in Amsterdam tegen de recente Israëlische militaire invasie in Gaza. Het was wel bezochte gelegenheid waar verschillende mensen, gelovigen niet gelovigen, hand in hand protesteren tegen de massamoorden van de Israëlische troepen. Behalve verschillende politici, maatschappelijke organisaties, muzikanten,waren er ook opvallende veel moslim organisaties zowel religieuze als seculieren, hoewel de eersten vooral veel aanwezig waren gezien de mensen gehoor had gegeven aan oproep in verschillende moskeen in Amsterdam en omstreken. Het bleek een succesvol demonstratie te zijn.

Ik was daar aanwezige met een aantal van mijn vrienden van academische wereld die niet van bepaalde etnische of geloof afkomst waren maar zij gewoon daar waren omdat zij zich betrokken voelden met de ‘cause’. Wij hebben speeches gehoord van verschillende mensen en werden wij opgewarmd door allerlei muziek optredens, en dan begon de protestmarch die via verschillende Amsterdamse straten weer bij het museumplein moest beëindigen.

Tijdens de protestmarch verschillende leuzen werden uitgeroepen, ter steunen voor de Palestijnse volk: ‘onze bloed is voor Palestijn’, of ‘stop de oorlog’ enz. Er waren veel oproepen in Arabische , dat op zich niet erg was. Wat opviel was dat er veel religieuze slogans werden opgeroepen wat er op lijk dat ik niet met een protest meeloopt maar achter een begrafenisstoet aanloopt ergens in een Moslim land. Daarnaast was de betekenis van sommige Arabische oproepen niet vredelievend tegen sommige bevolkingsgroepen.

Na een tijdje mee te hebben gelopen gingen een aantal van mijn vriendenclub weg. Zij vonden de sfeer van de protest ‘te religieus’. Een tijdje door te marcheren vond ik een andere vriend vanuit India te staan kijkend naar achteren: ‘Ik heb mij te lang bij een groepje gevonden die alleen maar in Arabische iets uitroept; nu wacht ik op de groepje samba’s die helemaal achter de tocht aankomt’.

Ik denk dat wij moesten rekening houden met de multicultureel aard van de protestmarch op zulke gelegenheden en onze slogans en leuzen kiezen volgens dat soort bredere aanhang. Slogans in Arabisch of Turks zijn op zich geen probleem, gezien er veel Turken en Marokkanen bij de protest waren, maar er moet ook kreten in het Nederlands zijn om iedereen mee te nemen. Bovendien kan minder religieuze uitroepen de boel beter bij elkaar brengen, immers de Palestijn kwestie geen religieuze zaak is.